Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s

Subsidieregeling emissieloze bedrijfsauto’s

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft een subsidieregeling voor de aanschaf van emissieloze bedrijfsauto’s gepubliceerd. Vanaf 15 maart 2021 is het mogelijk voor ondernemers en non-profitinstellingen om maximaal € 5.000 subsidie te krijgen bij de aanschaf van een nieuwe bedrijfsauto. De regeling ziet op bedrijfsauto’s met voertuigclassificatie N1 (totaal toelaatbare massa tot 3.500 kg) of N2 (3.500 tot 4.250 kg). De subsidie bedraagt 10% van de netto catalogusprijs resp. de verkoopprijs.

Voor de subsidie gelden de volgende voorwaarden:

  • op het moment van de subsidieaanvraag is de aanvrager nog geen onherroepelijke verplichtingen aangegaan en is de bedrijfsauto nog niet tenaamgesteld;
  • de overeenkomst is niet eerder gesloten dan op 1 januari 2021;
  • de netto catalogusprijs (N1) of de verkoopprijs (N2) bedraagt € 20.000 of meer;
  • de auto mag geen loodbatterijen gebruiken voor de aandrijving; en
  • de actieradius bedraagt minimaal 100 km.

De subsidieontvanger is verplicht om de bedrijfsauto waarvoor subsidie is verleend gedurende drie jaar op zijn naam gesteld te houden. De regeling vervalt met ingang van 15 maart 2026.

Bron: Overig | besluit | IENW/BSK-2021/27507, Stcrt. 2021, 6707 | 08-02-2021
Subsidieregeling maatwerkafspraken duurzame inzetbaarheid

Subsidieregeling maatwerkafspraken duurzame inzetbaarheid

Uitvloeisel van het in 2019 gesloten pensioenakkoord is een subsidieregeling voor sectorale maatwerkafspraken rondom duurzame inzetbaarheid, langer doorwerken en eerder uittreden. Het pensioenakkoord bevat afspraken over duurzame inzetbaarheid. Die afspraken moeten eraan bijdragen dat ook mensen die zwaar werk doen hun pensioen gezond werkend kunnen bereiken.

De subsidieregeling heeft de naam tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU). Sociale partners in de diverse sectoren kunnen in een samenwerkingsverband subsidieaanvragen indienen met als doel het duurzaam inzetbaar houden van werkenden en het faciliteren van langer doorwerken, het wegnemen van knelpunten bij het realiseren van regelingen die vrijgesteld zijn van de extra belastingheffing voor regelingen voor vervroegd uittreden (RVU) en het introduceren van faciliteiten voor werkenden om inzicht te krijgen in de effecten op inkomen en pensioenuitkering bij het gebruik maken van diverse regelingen. De MDIEU loopt van 2021 tot en met 2025. Voor deze regeling is in totaal € 964 miljoen beschikbaar.

In de periode tot en met 2025 kunnen werkgevers gebruik maken van een tijdelijke beperking van de extra belastingheffing voor RVU. Deze pseudo-eindheffing van 52% geldt niet voor zover de uitkeringen niet uitkomen boven de drempelvrijstelling van de netto-AOW mits de uitkeringen niet meer dan drie jaar voor de AOW-leeftijd ingaan. Een werknemer kan zo tot drie jaar eerder een met de AOW vergelijkbare situatie bereiken.

Werkgevers kunnen met hun werknemers afspraken op maat maken over eerder uittreden. Sociale partners in sectoren kunnen ook afspraken maken voor specifieke groepen werknemers waarvan zij menen dat de zwaarte van het werk, in combinatie met de verhoging van de AOW-leeftijd van de afgelopen jaren, het moeilijk maakt om door te werken tot hun pensioen.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | 2020-0000172420 Staatscourant 2021, Nr. 2522 | 20-01-2021
Tweede openstelling kosteloos ontwikkeladvies

Tweede openstelling kosteloos ontwikkeladvies

De Tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van ontwikkeladvies is per 1 augustus 2020 in werking getreden. Het doel van de regeling is om mensen door middel van kosteloos te volgen ontwikkeladviestrajecten handvatten te geven voor het in kaart brengen van hun ontwikkelmogelijkheden en loopbaankansen. Binnen een maand was het maximale aantal van 22.000 registraties bereikt. Het kabinet heeft besloten om extra budget beschikbaar te stellen voor ontwikkeladviestrajecten. Daardoor waren er 50.000 ontwikkeladviestrajecten beschikbaar vanaf 1 december 2020. De website www.ontwikkeladviesportaal.nl is op die datum opengesteld voor de registratie van ontwikkeladviestrajecten. Vanaf dat moment kon de loopbaanadviseur weer nieuwe loopbaanadviestrajecten registreren. Het totaal aantal trajecten is inmiddels vergeven en het aanvraagloket is gesloten.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | Staatscourant 2020 nr. 60837 nr. 2020-0000154580 | 23-11-2020
Extra subsidie beroepsbegeleidende leerweg

Extra subsidie beroepsbegeleidende leerweg

De subsidie praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn om in aanmerking te komen voor subsidie. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal weken dat een leerbedrijf een student in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) begeleidt. Het maximale subsidiebedrag is € 2.700 per praktijkleerplaats. De subsidieregeling praktijkleren is voor de studiejaren 2019–2020 tot en met 2021–2022 uitgebreid met een extra compartiment. Erkende leerbedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie komen in aanmerking voor een toeslag op de subsidie voor een bbl-leerplek. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het aantal gerealiseerde weken begeleiding bij de beroepspraktijkvorming in het betreffende studiejaar. Het beschikbare budget wordt per gerealiseerde begeleidingsweek verdeeld over alle leerplaatsen die in aanmerking komen voor de toeslag. Bij de aanvraag van het basisbedrag van de subsidieregeling moet de werkgever aangeven of hij behoort tot de sector landbouw, horeca of recreatie.

De minister van Onderwijs en Wetenschap heeft onlangs bekendgemaakt dat voor de studiejaren 2020–2021 en 2021–2022 € 10,6 miljoen per jaar extra beschikbaar is in aanvulling op de regeling praktijkleren. Dit extra budget geldt voor andere sectoren dan de landbouw, horeca en recreatie. De wijziging van de regeling praktijkleren zal begin 2021 gepubliceerd worden. De toeslag is beschikbaar voor de volgende sectoren: levensmiddelenindustrie, nijverheid, bouw, handel, transport, telecommunicatie, wellness en overige dienstverlening.

In diverse sectoren zijn afspraken gemaakt voor aanvullende subsidie voor bbl-leerplekken.

Voor de bouw geldt voor werknemers die tussen 1 juli 2020 en 30 juni 2021 starten of zijn gestart met een bbl-opleiding een aanvullende subsidie van € 1.250. Deze wordt onderverdeeld in een bedrag van € 500 bij begin van de opleiding en van € 750 bij afronding van de opleiding.
In de hovenierssector is een extra bedrag van € 1.000 per leerjaar beschikbaar voor leerlingen die vanaf de zomer van 2020 starten of zijn gestart met een bbl-opleiding.
Bedrijven in de metaalsector komen voor het studiejaar 2020-2021 in aanmerking voor € 1.250 extra subsidie voor een bbl-leerplek.

Bron: Overig | publicatie | 19-11-2020
Internetconsultatie subsidieregeling duurzame inzetbaarheid

Internetconsultatie subsidieregeling duurzame inzetbaarheid

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een concept van de tijdelijke subsidieregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden ter consultatie gepubliceerd.

De subsidieregeling vloeit voort uit de afspraken die zijn gemaakt in het pensioenakkoord. De regeling is bedoeld om maatwerkafspraken binnen de verschillende sectoren over duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden te faciliteren. Sociale partners in sectoren kunnen gezamenlijk subsidieaanvragen indienen voor het duurzaam inzetbaar houden van werkenden en het wegnemen van knelpunten bij het realiseren van regelingen die vrijgesteld zijn van de pseudo-eindheffing die geldt voor regelingen voor vervroegd uittreden. Bij de regelingen voor eerder uittreden kunnen knelpunten optreden, bijvoorbeeld omdat er binnen een sector relatief veel zwaar werk is of omdat er relatief veel kleinere werkgevers zijn die problemen hebben met de financiering van dergelijke regelingen. Het budget voor duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden bedraagt € 1 miljard. Daarvan is 75% bedoeld voor ondersteuning bij knelpunten rond eerder uittreden en 25% voor investeringen in duurzame inzetbaarheid.

Om de regelingen voor eerder stoppen met werken te bevorderen komt er van 2021 tot en met 2025 een tijdelijke fiscale drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding. De uitkeringen uit deze regelingen zijn vrijgesteld van de pseudo-eindheffing, voor zover ze niet uitkomen boven de drempel. Deze is gebaseerd op de netto-AOW. De uitkeringen mogen niet meer dan drie jaar voor de AOW-leeftijd ingaan. De regelingen kunnen voor individuele werknemers gelden of per sector voor specifieke groepen werknemers vanwege de zwaarte van het werk. Generieke regelingen vallen niet onder de vrijstelling.

In de periode van 2021 t/m 2025 zal vier keer een aanvraagtijdvak worden opengesteld voor de aanvraag van subsidie voor een activiteitenplan. Aanvragen kunnen worden ingediend door een samenwerkingsverband van werknemers- en werkgeversorganisaties op sector- of brancheniveau. Er wordt gestreefd naar één aanvraag per sector of branche.

Subsidie is ook mogelijk voor een sectoranalyse. Dat is een analyse van opgaven op het gebied van duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden waar een sector voor staat in een periode van ten minste vijf jaar. Alle sectoren of branches kunnen een subsidieaanvraag indienen. Voor de sectoranalyse geldt een subsidiebedrag van € 20.000 per samenwerkingsverband. Op een subsidieaanvraag voor een sectoranalyse zal binnen zes weken worden beslist. Er wordt in totaal twee keer een aanvraagtijdvak opengesteld voor een subsidie voor een sectoranalyse.

Daarnaast wordt subsidie verleend voor activiteiten die zijn opgenomen in een integraal activiteitenplan dat is gebaseerd op een eerdere sectoranalyse. Een activiteitenplan bevat in elk geval een beschrijving van de aanpak, met doelstellingen, beoogde effecten en doelgroep van de activiteiten, een onderbouwde begroting, een beschrijving van de noodzaak van subsidiëring en een beschrijving van de voorwaarden waaronder de respectievelijke activiteiten worden uitgevoerd. Het aangevraagde subsidiebedrag voor een activiteitenplan bedraagt ten minste € 250.000 exclusief overhead.

Reacties kunnen worden gegeven tot 18 september 2020 op https://www.internetconsultatie.nl/subsidieregelingduurzameinzetbaarheid.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken | publicatie | 2020-0000096194 | 14-07-2020