feb 25, 2021 | Corona update
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de data van openstelling van de vaststellingsloketten voor de NOW gewijzigd. Daarnaast geldt voor alle regelingen (NOW-1, NOW-2 en NOW-3) dat de aanvraagtermijn is gelijkgetrokken voor aanvragen met en zonder accountantsverklaring. Voor NOW-2 en NOW-3 is de aanvraagtermijn 38 weken. Voor NOW-1 is de aanvraagtermijn zelfs langer door de verlate sluitingsdatum.
Openstelling vaststellingsloket NOW-1
De openstelling van het vaststellingsloket voor de NOW-1 is verlengd tot en met 31 oktober 2021. De sluitingsdatum was voor aanvragen met een accountantsverklaring 29 juni 2021. Voor alle andere aanvragen was de sluitingsdatum 23 maart 2021. De verlengde openstelling vindt plaats op verzoek van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants. Op verzoek van het UWV is de sluitingsdatum voor beide soorten aanvragen gelijkgetrokken.
Openstelling vaststellingsloket NOW-2
Het UWV heeft in verband met geplande technische werkzaamheden gevraagd om het vaststellingsloket NOW-2 eerder te openen. De minister heeft besloten de opening met een maand te vervroegen van 15 april naar 15 maart 2021. De oorspronkelijke sluitingsdatum van het loket voor werkgevers, die een accountantsverklaring bij hun aanvraag moeten voegen, gaat gelden voor alle werkgevers. Het vaststellingsloket is geopend tot en met 5 januari 2022.
Openstelling vaststellingsloket NOW-3
De langere openstelling van het loket voor de NOW-1 heeft gevolgen voor de openstelling van het vaststellingsloket van de NOW-3. De opening van het loket is uitgesteld van 1 september 2021 naar 4 oktober 2021 voor de derde tranche. Het loket is geopend tot en met 26 juni 2022. Het loket voor de vaststelling van de vierde en de vijfde tranche opent op 31 januari 2022 en sluit op 23 oktober 2022.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | 2021-0000036792 | 21-02-2021
feb 25, 2021 | Civiel recht
In verband met de coronacrisis is op 10 augustus 2020 het Besluit tijdelijke verlaging kredietvergoeding in werking getreden. Door dit besluit is de maximale kredietvergoeding voor consumptief krediet tijdelijk verlaagd. Dat is geregeld door een verlaging van de toegestane opslag op de wettelijke rente van 12 naar 8 procentpunten. Uitgaande van de huidige wettelijke rente van 2% bedraagt de maximale kredietvergoeding 10% per jaar. De tijdelijke verlaging van de maximale kredietvergoeding zou eindigen op 1 maart 2021. Van de mogelijkheid om de tijdelijke verlaging bij Koninklijk Besluit met maximaal zes maanden te verlengen is gebruik gemaakt. Dat betekent dat de tijdelijke verlaging doorloopt tot 1 september 2021.
Bron: Ministerie van Financiën | besluit | 2021-0000022338, Staatsblad 2021, 75 | 16-02-2021
feb 25, 2021 | Arbeidsrecht
Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid moet voor een ontslag om bedrijfseconomische redenen vooraf toestemming bij het UWV worden gevraagd. Als het UWV geen toestemming geeft, kan de werkgever binnen twee maanden bij de kantonrechter een verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst om bedrijfseconomische redenen indienen. Tijdens arbeidsongeschiktheid van de werknemer geldt een opzegverbod. Dat geldt echter niet als de arbeidsongeschiktheid is ontstaan nadat het UWV het verzoek om toestemming heeft ontvangen. Wanneer het UWV geen toestemming heeft verleend, kan een na het indienen van het verzoek ontstane arbeidsongeschiktheid wel leiden tot een opzegverbod als de werkgever vervolgens een ontslagverzoek indient bij de kantonrechter. Het opzegverbod geldt niet als de ziekte een aanvang heeft genomen nadat het verzoek om ontbinding door de kantonrechter is ontvangen.
In een procedure bij de kantonrechter na de afwijzing door het UWV van een verzoek om toestemming is duidelijk gemaakt dat deze procedure geen verlenging of herkansing is van de procedure bij het UWV. Het gaat om twee afzonderlijke procedures. De procedure bij de kantonrechter is ook geen hoger beroep tegen de beslissing van het UWV. De uitzondering op het opzegverbod bij ziekte die is ingetreden na de indiening van een verzoek om toestemming voor ontslag bij het UWV werkt niet door naar een daarop volgende procedure bij de kantonrechter.
Bron: Rechtbank | jurisprudentie | ECLINLRBNNE2021385, 8899135 / AR VERZ 20-88 | 04-02-2021
feb 25, 2021 | Subsidies
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft een subsidieregeling voor de aanschaf van emissieloze bedrijfsauto’s gepubliceerd. Vanaf 15 maart 2021 is het mogelijk voor ondernemers en non-profitinstellingen om maximaal € 5.000 subsidie te krijgen bij de aanschaf van een nieuwe bedrijfsauto. De regeling ziet op bedrijfsauto’s met voertuigclassificatie N1 (totaal toelaatbare massa tot 3.500 kg) of N2 (3.500 tot 4.250 kg). De subsidie bedraagt 10% van de netto catalogusprijs resp. de verkoopprijs.
Voor de subsidie gelden de volgende voorwaarden:
- op het moment van de subsidieaanvraag is de aanvrager nog geen onherroepelijke verplichtingen aangegaan en is de bedrijfsauto nog niet tenaamgesteld;
- de overeenkomst is niet eerder gesloten dan op 1 januari 2021;
- de netto catalogusprijs (N1) of de verkoopprijs (N2) bedraagt € 20.000 of meer;
- de auto mag geen loodbatterijen gebruiken voor de aandrijving; en
- de actieradius bedraagt minimaal 100 km.
De subsidieontvanger is verplicht om de bedrijfsauto waarvoor subsidie is verleend gedurende drie jaar op zijn naam gesteld te houden. De regeling vervalt met ingang van 15 maart 2026.
Bron: Overig | besluit | IENW/BSK-2021/27507, Stcrt. 2021, 6707 | 08-02-2021
feb 25, 2021 | Omzetbelasting
De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de btw-heffing over digitale popevenementen. Daarop is het hoge tarief van 21% van toepassing, terwijl op tickets het lage tarief van 9% van toepassing is. Elektronische diensten zijn uitgesloten van de toepassing van het verlaagde tarief. Alleen voor elektronische publicaties geldt daarop een uitzondering. Op grond van het EU-recht is het niet toegestaan om online culturele evenementen onder het verlaagde tarief te plaatsen. Volgens de staatssecretaris blijkt uit onderzoek dat verlaging van het btw-tarief of een verlaagd btw-tarief geen geschikt instrument is om bestedingen te sturen. Daarom wordt de culturele sector via subsidiëring ondersteund.
Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2021-0000023774 | 09-02-2021