nov 30, 2023 | Sociale verzekeringen
Het loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer wordt vanwege de beperkte doeltreffendheid per 1 januari 2026 afgeschaft. Dat gebeurt stapsgewijs. De minister van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld op welke wijze zij voornemens is deze afschaffing vorm te geven. De stapsgewijze afschaffing van het LKV oudere werknemer zal via een nota van wijziging worden toegevoegd aan het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet tegemoetkomingen loondomein.
Het LKV oudere werknemer voor dienstbetrekkingen, die zijn begonnen op of na 1 januari 2024, wordt per 1 januari 2025 verlaagd van € 3,05 naar € 1,35 per uur. Per 1 januari 2026 vervalt dit LKV. Voor dienstbetrekkingen, die zijn begonnen vóór 1 januari 2024, wordt het LKV oudere werknemer niet verlaagd en niet afgeschaft. Voor deze groep oudere werknemers heeft de werkgever in 2025 en 2026 recht op een LKV van € 3,05 per uur.
Werknemers, die op of na 1 januari 2024 een doelgroepverklaring oudere werknemer aanvragen, zullen er door het UWV op worden gewezen dat zij in voorkomende gevallen in aanmerking komen voor een doelgroepverklaring arbeidsgehandicapte werknemer. Het LKV arbeidsgehandicapte werknemer wordt niet verlaagd en niet afgeschaft. Werknemers en werkgevers kunnen dan de keuze maken tussen een doelgroepverklaring oudere werknemer en de doelgroepverklaring arbeidsgehandicapte werknemer.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2023-0000547031 | 21-11-2023
nov 30, 2023 | Toeslagen
De minister van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer de extra verhoging van de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag voor 2024 bekend gemaakt. De extra verhoging is de uitwerking van een door de Tweede Kamer aangenomen amendement op de begroting van het ministerie van SZW. Op 24 oktober is dit amendement door de Kamer aangenomen. De maximum uurprijs kinderopvang wordt met € 0,60 verhoogd tot € 10,25. De maximum uurprijs voor de buitenschoolse opvang gaat met € 0,82 omhoog naar € 9,12 en de maximum uurprijs voor gastouderopvang gaat met € 0,29 omhoog naar € 7,53.
Voor de extra verhoging op basis van het amendement moet het Besluit kinderopvangtoeslag worden gewijzigd. Een wijzigingsbesluit wordt met spoed opgesteld, maar zal niet eerder dan medio maart 2024 worden gepubliceerd.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2023-0000542106 | 06-11-2023
nov 30, 2023 | Sociale verzekeringen
De minister van VWS heeft de premiepercentages voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet voor 2024 gepubliceerd. Het maximum bijdrageloon of -inkomen is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen en bedraagt € 71.628 voor 2024. De premie, die werkgevers voor hun werknemers verschuldigd zijn, bedraagt 6,57% van het bijdrageloon. Voor andere verzekerden dan werknemers bedraagt de premie 5,32% van het bijdrage-inkomen.
Bron: Ministerie VWS | besluit | 3704788-1055151-Z, Staatscourant 2023, Nr. 31461 | 13-11-2023
nov 23, 2023 | Sociale verzekeringen
De minister van SZW heeft de premiepercentages en enkele bedragen voor diverse sociale verzekeringen voor 2024 gepubliceerd.
Omschrijving
|
Percentage of bedrag
|
AOW
|
17,90%
|
Anw
|
0,10%
|
Maximum premieloon
|
€ 71.628
|
Algemeen Werkloosheidsfonds, lage premie
idem, hoge premie
|
2,64%
7,64%
|
Uitvoeringsfonds voor de overheid
|
0,68%
|
Arbeidsongeschiktheidsfonds, hoge premie
idem, lage premie
|
7,54%
6,18%
|
Opslag kinderopvang
|
0,50%
|
Minimumloonsomgrens Werkhervattingskas sector Grootwinkelbedrijf
|
€ 7.324.006
|
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | nr. 2023-0000518574, Staatscourant 2023, Nr. 31686 | 19-11-2023
nov 23, 2023 | Sociale verzekeringen
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop de AOW-opbouw begint, voor het jaar 2029 vastgesteld. De AOW-leeftijd en de aanvangsleeftijd zijn vanaf 2026 gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Deze leeftijden worden jaarlijks bepaald aan de hand van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De AOW-leeftijd wordt vijf jaar van tevoren aangekondigd. Voor 2029 is de AOW-leeftijd vastgesteld op 67 jaar en drie maanden. De aanvangsleeftijd is vastgesteld op 17 jaar en drie maanden. Voor 2028 gelden dezelfde leeftijden.
De fiscale pensioenrichtleeftijd is op vergelijkbare wijze als de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. De pensioenrichtleeftijd blijft in 2025 68 jaar. Sinds de inwerkingtreding per 1 juli 2023 van de Wet toekomst pensioenen is de fiscale pensioenrichtleeftijd alleen nog van belang voor het overgangsrecht.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | 2023-0000553102 | 09-11-2023