dec 8, 2022 | Sociale verzekeringen
De minister van SZW heeft de premiepercentages en enkele bedragen voor diverse sociale verzekeringen voor 2023 gepubliceerd.
Omschrijving
|
Percentage of bedrag
|
AOW
|
17,90%
|
Anw
|
0,10%
|
Maximum premieloon
|
€ 66.956
|
Algemeen Werkloosheidsfonds, lage premie
idem, hoge premie
|
2,64%
7,64%
|
Uitvoeringsfonds voor de overheid
|
0,68%
|
Arbeidsongeschiktheidsfonds, hoge premie
idem, lage premie
|
7,11%
5,82%
|
Opslag kinderopvang
|
0,50%
|
Minimumloonsomgrens Werkhervattingskas sector Grootwinkelbedrijf
|
€ 6.922.501
|
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | nr. 2022-0000231651, Staatscourant 2022, Nr. 32328 | 30-11-2022
nov 17, 2022 | Sociale verzekeringen
De leeftijd waarop iemand recht heeft op een AOW-uitkering en de leeftijd waarop iemand recht op een AOW-uitkering begint op te bouwen, zijn gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Op dit moment bedraagt de AOW-leeftijd 67 jaar en de aanvangsleeftijd 17 jaar. Afhankelijk van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd worden deze leeftijden aangepast.
Het CBS heeft recent de raming van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd voor 2028 en 2034 bekend gemaakt. In 2028 bedraagt de geschatte levensverwachting op 65-jarige leeftijd 21,05 jaar. In 2034 is dit 21,73 jaar. De AOW-leeftijd voor 2028 wordt op grond van deze prognose en de daarvoor geldende formule vastgesteld op 67 jaar en 3 maanden. De aanvangsleeftijd voor 2028 wordt vastgesteld op 17 jaar en 3 maanden.
De pensioenrichtleeftijd is op een vergelijkbare manier gekoppeld aan de levensverwachting, maar stijgt anders dan de AOW-leeftijd met stappen van een heel jaar. Op grond van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in 2034 blijft de pensioenrichtleeftijd in 2024 68 jaar. Wanneer de Wet toekomst pensioenen zoals beoogd per 1 juli 2023 in werking treedt, is de fiscale pensioenrichtleeftijd alleen nog van belang voor het dan geldende overgangsrecht.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2022-0000229421 | 08-11-2022
nov 17, 2022 | Sociale verzekeringen
De minister van VWS heeft de bedragen van het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor 2023 vastgesteld op € 66.956. Dit bedrag is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen voor 2023. De premie voor de Zvw voor inhoudingsplichtigen is vastgesteld op 6,68%. In 2022 is dit 6,75%. In andere gevallen bedraagt de premie 5,43%. In 2022 geldt een percentage van 5,55 van het bijdrage-inkomen.
Bron: Overig | besluit | 3442107-1036921-Z, Staatscourant 2022, Nr. 30233 | 13-11-2022
sep 29, 2022 | Sociale verzekeringen
Het minimumloon gaat op 1 januari 2023 in één keer omhoog met 10,15%. De ministerraad heeft ingestemd met een voorstel daartoe. De verhoging bestaat uit een bijzondere verhoging van 8,05% naast de reguliere halfjaarlijkse indexatie op basis van de contractloonstijging. Bij een 36-urige werkweek komt het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023 uit op € 12,40 bruto per uur. Bij een 38- of 40-urige werkweek is het minimumloon per uur lager.
Op grond van een door de Tweede Kamer aangenomen wetsvoorstel verandert dit per 1 januari 2024. Met ingang van die datum geldt er een wettelijk minimumuurloon.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | persbericht | 22-09-2022
jul 28, 2022 | Sociale verzekeringen
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel om het verplichte eigen risico voor de zorgverzekering tot en met 2025 ongewijzigd te laten aangenomen. Het verplichte eigen risico bedraagt € 385.
Bron: Overig | wetsvoorstel | 36135 | 11-07-2022
jul 7, 2022 | Sociale verzekeringen
In een brief aan de Tweede Kamer heeft de minister van SZW de inwerkingtreding per 1 januari 2023 van de Regeling Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) aangekondigd. Deze regeling biedt slachtoffers een eenmalige financiële tegemoetkoming en daarmee maatschappelijk erkenning van hun beroepsziekte. De regeling betreft aanvankelijk drie beroepsziekten, namelijk longkanker door asbest, allergische astma en chronische encephalopathie of schildersziekte.
Het aantal beroepsziekten, dat onder de TSB valt, zal geleidelijk aan groeien. De regeling gaat niet alleen gelden voor nieuw geconstateerde beroepsziekten, maar staat ook open voor aanvragers bij wie al langer geleden is vastgesteld dat zij lijden aan de betreffende beroepsziekten.
De voorwaarden voor opname van een stoffengerelateerde beroepsziekte in de regeling zijn:
- de verwachte aantallen aanvragen kunnen binnen een redelijke termijn worden verwerkt;
- er zijn voldoende medische en arbeidshygiënische experts beschikbaar en opgeleid voor het deskundigenpanel; en
- er is een protocol beschikbaar aan de hand waarvan op individueel niveau kan worden vastgesteld dat een aanvrager de desbetreffende ziekte heeft en dat de ziekte is ontstaan door blootstelling op het werk aan de betreffende gevaarlijke stof.
Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer andere beroepsziekten worden toegevoegd aan de TSB. Daartoe moet niet alleen zijn voldaan aan de hiervoor vermelde voorwaarden. Ook moet de in te stellen adviescommissie van oordeel zijn dat de ziekte als ernstige beroepsziekte door blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan worden aangemerkt.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | publicatie | 2022-0000140083 | 04-07-2022