Maak bezwaar tegen de “villatax”

Maak bezwaar tegen de “villatax”

Wie een eigen woning heeft, dient inkomstenbelasting te betalen over het zogenaamde eigenwoningforfait. Dit forfait bedraagt 0,35% van de WOZ-waarde van de woning, voor zover deze ligt tussen € 75.000 en € 1.310.000 (2024). Is de WOZ-waarde van de woning hoger, dan bedraagt het eigenwoningforfait € 4.585 plus 2,35% van de WOZ-waarde van de woning boven € 1.310.000. De verhoging van het forfait (2,35% i.p.v. 0,35%) leidt tot hogere belasting, die wordt aangeduid met de term "villatax". Deze belasting  vormt mogelijk een ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht. Door de snelle stijging van de huizenprijzen worden steeds meer huizenbezitters met de villatax geconfronteerd.

Het kan zinvol zijn bezwaar te maken tegen aanslagen inkomstenbelasting, waarin de villatax is opgenomen, al is het maar ter behoud van rechten.

Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024
Belastingheffing in box 3 als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement

Belastingheffing in box 3 als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement

Verzoek ambtshalve vermindering aanslagen inkomstenbelasting 2019 en 2020

Het ministerie van Financiën heeft een standpunt gepubliceerd over aanvullend rechtsherstel in box 3. Dit standpunt is ingenomen naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 2024. De Hoge Raad heeft in deze arresten aangegeven dat voor het bepalen van het werkelijke rendement het gehele vermogen in box 3 zonder aftrek van het heffingvrije vermogen moet worden meegenomen. Het rendement omvat zowel directe als indirecte voordelen. Indirecte voordelen zijn waardeveranderingen van de vermogensbestanddelen, ongeacht of deze gerealiseerd zijn. Het kabinet volgt deze definitie van het werkelijke rendement.

Formulier opgaaf werkelijk rendement

Alle belastingplichtigen, aan wie na het Kerstarrest van 24 december 2021 een aanslag is of wordt opgelegd, kunnen het formulier opgaaf werkelijk rendement van de Belastingdienst invullen als hun werkelijke rendement lager was dan het forfaitaire rendement. Dit is mogelijk vanaf medio 2025. Voor zover de bezwaartermijn is verstreken wordt het indienen van het formulier gezien als een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag. Voor aanslagen over het jaar 2019 verstrijkt de vijfjaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering op 31 december van dit jaar. Voor het jaar 2020 verstrijkt de termijn ultimo 2025.

Neem contact met ons op als u vermoedt dat uw werkelijke rendement in een of meer van de jaren 2019 tot en met 2023 lager was dan het forfaitaire rendement.

Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024
Let op de hoogte van de schuld aan de eigen bv!

Let op de hoogte van de schuld aan de eigen bv!

Houders van een aanmerkelijk belang in een bv (5% of meer van de aandelen) moeten inkomstenbelasting in box 2 betalen over schulden aan de eigen bv voor zover deze op 31 december 2024 meer bedragen dan € 500.000. Per 31 december 2023 gold een bedrag van € 700.000. Dat betekent in voorkomende gevallen dat de schuld nog dit jaar moet dalen tot € 500.000 om belastingheffing in box 2 te voorkomen. Eigenwoningschulden aan de bv zijn van deze regeling uitgezonderd, voor zover aan de bv een recht van hypotheek is verstrekt.

Afhankelijk van de situatie kan het aanbeveling verdienen de schuld terug te brengen tot onder het maximum of de heffing in box 2 te accepteren.

Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024
Salaris dga over 2024

Salaris dga over 2024

De dga en zijn partner zijn wettelijk verplicht om voor hun werk voor de bv ten minste een gebruikelijk loon te ontvangen. Het gebruikelijk loon is in 2024 het hoogste van de volgende bedragen:

  1. het salaris uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  2. het hoogste salaris van de overige werknemers van de bv;
  3. € 56.000. Het bedrag voor 2025 is nog niet bekend.

De bv mag aannemelijk maken dat het salaris van de dga lager moet zijn dan het op basis van het voorgaande vastgestelde bedrag.

Let op! De verplichting om ten minste een gebruikelijk loon te betalen geldt voor iedere bv waarin u of uw partner een aanmerkelijk belang heeft en waarvoor u werkzaamheden verricht.

Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024
Toepassing werkkostenregeling 2024

Toepassing werkkostenregeling 2024

Vrije ruimte

Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt in 2024 1,92% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het meerdere. In 2025 verandert de vrije ruimte niet. Benut waar mogelijk de resterende vrije ruimte van 2024, bijvoorbeeld voor een kerstpakket voor de medewerkers.

Bonussen en eindejaarsuitkeringen

Bonussen en eindejaarsuitkeringen zijn doorgaans bruto. Wellicht kunt u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten. Mogelijk heeft u nog een deel van de vrije ruimte over om bonussen belastingvrij uit te betalen.

Eindheffing

Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemer hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen. Deze geeft u aan uiterlijk in het tweede loontijdvak van 2025.

Gerichte vrijstellingen

Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden gerichte vrijstellingen. Deze gaan niet ten koste van de vrije ruimte. Het loont om de gerichte vrijstellingen te benutten. 

Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024