okt 8, 2020 | Corona update
Tot 1 oktober 2020 konden ondernemers voor betalingsproblemen door de coronacrisis drie maanden bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor belastingschulden. Tot en met 31 december 2020 kan verlenging van een eerder verleend bijzonder uitstel worden aangevraagd. De regeling voor bijzonder uitstel van betaling eindigt uiterlijk 31 december 2020. Na afloop kunnen ondernemers een terugbetalingsregeling treffen met de Belastingdienst. Aanvankelijk gold een terugbetaaltermijn van 24 maanden, ingaande op 1 januari 2021. De staatssecretaris van Financiën heeft besloten om de duur van de betalingsregeling voor de opgebouwde schuld te verruimen naar 36 maanden. De startdatum van de regeling wordt verschoven van 1 januari 2021 naar 1 juli 2021.
Tot en met 31 december 2021 bedraagt het tarief van de invorderingsrente 0,01%.
Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2020-0000181386 | 29-09-2020
okt 1, 2020 | Corona update
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de eerste en tweede tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW-1 en NOW-2) gewijzigd. Er is een herstelmogelijkheid opgenomen voor bedrijven die onderdeel zijn van een groep. In plaats van op het moment van de aanvraag om subsidieverlening hoeven zij pas op het moment van de vaststellingsaanvraag te voldoen aan de voorwaarden voor subsidievaststelling op het niveau van de werkmaatschappij. Die voorwaarden kunnen verhinderen dan een aanvraag voor subsidie op werkmaatschappijniveau wordt gedaan in plaats van op concernniveau. De aanleiding voor de herstelmogelijkheid is dat in een aantal gevallen bedrijven bij de aanvraag zich niet hebben gerealiseerd dat zij onderdeel zijn van een groep. Zonder de herstelmogelijkheid zou voor deze bedrijven subsidie niet mogelijk zijn.
De voor de NOW-1 geldende voorwaarde dat een aanvraag voor vaststelling van de subsidie op werkmaatschappijniveau alleen gedaan kan worden als de NOW-aanvraag is gedaan op of na 5 mei komt te vervallen.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken | besluit | Staatscourant 2020, nr. 50202, 2020-0000127109 | 29-09-2020
okt 1, 2020 | Corona update
In een aantal gevallen is voor de aanvraag tot vaststelling van de loonkostensubsidie van de NOW-regeling een verklaring van een deskundige derde nodig. Dat geldt voor een werkgever die een voorschot heeft ontvangen van € 20.000 of meer of die een subsidie aanvraagt van € 25.000 of meer. Blijft de aanvrager met zijn voorschot onder de drempel van € 100.000 of onder de drempel van € 125.000 aan subsidie, dan kan de deskundige derde een boekhouder, administratiekantoor, belastingdeskundige, belastingadvieskantoor, brancheorganisatie of accountant zijn. Wordt de drempel van € 100.000 voor een voorschot of van € 125.000 voor de aangevraagde subsidie overschreden, dan is een accountantsverklaring vereist bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Bij aanvragen tot vaststelling op grond van de werkmaatschappijregeling is een accountantsverklaring vereist, ongeacht de hoogte van het subsidiebedrag.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een formulier gepubliceerd dat moet worden gebruikt in gevallen waarin een verklaring van een deskundige derde vereist is. Het formulier schrijft voor welke werkzaamheden de deskundige derde moet verrichten. Deze hebben met name betrekking op de bepaling van de omzetdaling en de loonsom. De werkgever moet geconstateerde afwijkingen herstellen voordat de deskundige derde de verklaring mag ondertekenen. De deskundige derde dient zijn werkzaamheden zodanig te documenteren dat over de uitvoering verantwoording kan worden afgelegd. De documentatie moet in een dossier worden vastgelegd. Hierin staat welke werkzaamheden zijn gedaan, welke brondocumentatie daarvoor is gehanteerd en bij afwijkingen, welke wijzigingen hebben plaatsgevonden. Dit dossier dient tot vijf jaar na de vaststellingsdatum van de NOW-subsidie te worden bewaard.
Afwijking van het formulier is niet toegestaan.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken | publicatie | 29-09-2020
okt 1, 2020 | Corona update
De Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandige ondernemers (Tozo) is een van de maatregelen die het kabinet heeft getroffen in verband met de coronacrisis. Op grond van de Tozo komen zelfstandige ondernemers in aanmerking voor inkomensondersteuning en een lening. Als onderdeel van het derde pakket maatregelen zou in de Tozo per 1 oktober 2020 een beperkte vermogenstoets worden ingevoerd. De invoering van de vermogenstoets wordt uitgesteld tot 1 april 2021 in verband met de strengere maatregelen die zijn aangekondigd ter bestrijding van het coronavirus.
De algemene maatregel van bestuur waarmee de beperkte vermogenstoets in de Tozo wordt neergelegd is op 30 september in het staatsblad gepubliceerd. Er komt een ministeriële regeling waarin met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober de invoering van de vermogenstoets wordt uitgesteld.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken | publicatie | 2020-0000131968 | 29-09-2020
okt 1, 2020 | Corona update
Naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer over het derde steun- en herstelpakket ter bestrijding van de coronacrisis zijn daarin enkele wijzigingen aangebracht. Het pakket maatregelen geldt met ingang van 1 oktober 2020. Het gaat om de volgende aanpassingen.
- Jongeren in de bijstand hebben tot 1 juli 2021 de mogelijkheid om naast hun bijstandsuitkering bij te verdienen of een vergoeding voor vrijwilligerswerk te ontvangen. Voor bepaalde groepen jongeren vervalt tot 1 juli de verplichte zoektermijn van vier weken bij de aanvraag van een bijstandsuitkering. Gemeenten kunnen voor jongeren tot 27 jaar de zoektermijn tijdelijk niet toepassen.
- Vanaf 1 december kunnen werknemers, zelfstandigen en werkzoekenden weer kosteloos een ontwikkeladvies volgen bij een loopbaanadviseur. Er zijn in totaal 50.000 adviestrajecten beschikbaar.
- Vanaf 1 januari 2021 kunnen organisaties gebruik maken van de maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden. Met deze subsidie kunnen werknemers geholpen worden om hun werk in goede gezondheid te blijven doen tot aan hun pensioen en waar nodig eerder te stoppen met werken.
Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 28-09-2020