Verder uitstel bedrag ineens

Verder uitstel bedrag ineens

Bij de Eerste Kamer is het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens in behandeling. De minister van SZW heeft de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. In de nota gaat de minister in op vragen en opmerkingen van de verschillende fracties in de Eerste Kamer.

Op grond van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen hebben deelnemers in een pensioenregeling de keuze om hetzij op de pensioeningangsdatum hetzij in februari van het jaar na het jaar waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, een deel van het pensioenkapitaal ineens te laten uitkeren. Het wetsvoorstel beperkt de doelgroep, die de betaling van het bedrag ineens kan uitstellen tot deelnemers, van wie de pensioeningangsdatum ligt in de maand waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken of op de eerste dag van de daaropvolgende maand. Deze beperking vermindert de complexiteit en de uitvoeringskosten.

Verder wordt op grond van dit wetsvoorstel bij een keuze voor uitgestelde betaling van het bedrag ineens de periodieke uitkering van ouderdomspensioen op de pensioeningangsdatum verlaagd naar 90%. Op het uitgestelde betalingsmoment is dan geen herberekening van de pensioenaanspraken nodig. Dat verkleint de complexiteit voor uitvoerders.

Het uitgestelde betalingsmoment is in overleg met pensioenuitvoerders aangepast van februari naar januari van het jaar volgend op het jaar waarin de gepensioneerde AOW-gerechtigd wordt.

De regering erkent dat de keuze voor een bedrag ineens financiële gevolgen kan hebben, zowel positief als negatief, en dat het belangrijk is dat deelnemers goed geïnformeerd en begeleid worden bij het maken van deze keuze. Er wordt gewerkt aan een tool die deelnemers kan helpen de gevolgen van hun keuze beter te begrijpen. Daarnaast is er aandacht voor de gevolgen van een bedrag ineens voor inkomensafhankelijke regelingen zoals huurtoeslag en zorgtoeslag. De regering geeft aan dat pensioenuitvoerders wettelijk verplicht zijn om deelnemers te informeren over de mogelijke gevolgen van hun keuzes en hen te begeleiden bij het maken van een weloverwogen keuze.

De beoogde datum van inwerkingtreding van 1 juli 2025 gaat niet gehaald worden. Pensioenuitvoerders hebben tijd nodig om de keuzemogelijkheid te implementeren. Deelnemers moeten tijdig worden geïnformeerd over de keuzemogelijkheid voor zij met pensioen gaan. De regering onderzoekt of uitstel wenselijk is en zo ja, naar welke datum. Uitstel naar 1 juli 2026 lijkt realistisch.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | wetsvoorstel | 2025-0000000151 | 06-02-2025
Betaalde rente voor ex niet aftrekbaar

Betaalde rente voor ex niet aftrekbaar

Een man blijft na de scheiding in de voormalige echtelijke woning wonen en neemt de volledige hypotheeklasten op zich, inclusief het deel van zijn ex-partner. Bij de verkoop van de woning heeft de man recht op verrekening van de namens de ex-partner betaalde hypotheekrente. De man maakt geen gebruik van dit recht. In zijn aangifte trekt hij de betaalde hypotheekrente volledig af.

De inspecteur staat slechts 50% van de betaalde hypotheekrente als aftrekpost toe, omdat de man slechts voor de helft eigenaar is van de woning.

Het hof oordeelt dat de betaalde rente niet volledig op de man drukt. De man had immers de mogelijkheid om de helft van de betaalde rente op zijn ex-partner te verhalen bij verkoop van de woning. De omstandigheid dat de man, vrijwillig, heeft afgezien van deze mogelijkheid, maakt niet dat de afspraken uit het echtscheidingsconvenant geheel terzijde moeten worden geschoven. 
 

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLI:NL:GHSHE:2024:3157 | 08-10-2024
Schenking in 2024? Aangifte schenkbelasting voor 1 maart

Schenking in 2024? Aangifte schenkbelasting voor 1 maart

Bij het ontvangen van een schenking is het meestal verplicht om aangifte te doen bij de Belastingdienst en schenkbelasting te betalen. Of aangifte nodig is, hangt af van de hoogte van het bedrag. Aangifte is in ieder geval nodig als de waarde van de schenking hoger is dan de vrijstelling. Ook als er door toepassing van een verhoogde vrijstelling geen schenkbelasting verschuldigd is, is het nodig om aangifte te doen.

De aangifte schenkbelasting over schenkingen in 2024 moet voor 1 maart 2025 bij de Belastingdienst zijn. Vanaf 1 maart 2025 is het mogelijk om aangifte schenkbelasting te doen over schenkingen in 2025.

Bron: Belastingdienst | persbericht | 29-01-2025
Geen onbeperkte verliesverrekening voor verlengd boekjaar 2012/2013

Geen onbeperkte verliesverrekening voor verlengd boekjaar 2012/2013

Per 1 januari 2022 zijn de temporiseringsmaatregel en de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn ingevoerd. Naar aanleiding hiervan is de vraag opgekomen of voor een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013 een onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn geldt. 

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb van de Belastingdienst concludeert dat de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn alleen geldt voor verliezen uit boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013 en die ultimo 2021 nog voorwaarts verrekenbaar zijn. Aangezien het betreffende boekjaar in 2012 begint, valt het niet onder deze regeling. Daarmee is ook de temporiseringsmaatregel niet van toepassing. 

Dit betekent dat het verlies uit het boekjaar 2012/2013 niet onder de nieuwe regels valt en dus niet onbeperkt voorwaarts verrekend kan worden. De wetgever heeft duidelijk gemaakt dat de samenhang tussen de onbeperkte verliesverrekeningstermijn en de temporiseringsmaatregel essentieel is, en deze samenhang geldt niet voor boekjaren die voor 2013 zijn begonnen. 

Bron: Belastingdienst | besluit | KG:011:2025:3 | 05-02-2025
Geen zelfstandigenaftrek voor ondernemer, die ook werkt voor de bv van de partner

Geen zelfstandigenaftrek voor ondernemer, die ook werkt voor de bv van de partner

Een ondernemer heeft recht op de zelfstandigenaftrek als hij voldoet aan het urencriterium. Dat houdt in, dat de ondernemer in een kalenderjaar ten minste 1.225 uren aan zijn onderneming besteedt. De Belastingdienst heeft de zelfstandigenaftrek geweigerd aan een ondernemer, die ook werkzaamheden verrichtte voor de bv waarin zijn partner aandelen een aanmerkelijk belang had. De uren die de ondernemer besteedde aan de werkzaamheden voor de bv heeft de Belastingdienst niet meegeteld voor het urencriterium. De vraag is of de Belastingdienst deze uren terecht buiten beschouwing heeft gelaten.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer stelt dat hij wel aan het urencriterium voldoet als alle gewerkte uren worden meegeteld, inclusief de uren die hij voor de bv heeft gewerkt.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur stelt dat uren, die de ondernemer heeft gewerkt voor de bv waarin zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, niet meetellen voor de zelfstandigenaftrek. Deze uren zijn gewerkt in een (fictieve) dienstbetrekking. De vergoeding hiervoor is loon en geen winst uit onderneming. Zonder deze uren wordt niet voldaan aan het urencriterium.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de vergoeding voor de werkzaamheden voor de bv loon vormen. De arbeidsverhouding van iemand, die werkt voor een bv waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, wordt aangemerkt als een dienstbetrekking. De vergoeding hiervoor is loon. Voor het urencriterium van de zelfstandigenaftrek tellen alleen de uren, die worden besteed aan de eigen onderneming. De ondernemer voldoet niet aan het urencriterium.

Conclusie

Ondernemers, die ook werken voor een bv waarin zijzelf of hun partner minimaal 5% van de aandelen hebben, moeten goed opletten. De wet merkt deze werkzaamheden namelijk automatisch aan als een dienstbetrekking, waardoor:

  • de vergoeding als loon wordt behandeld;
  • de gebruikelijkloonregeling van toepassing is;
  • de bv loonheffingen moet inhouden en afdragen;
  • de uren, die voor de bv worden gewerkt, niet meetellen voor de zelfstandigenaftrek.
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant | jurisprudentie | ECLI:NL:RBZWB:2025:41; BRE 23/869 tot en met 23/878 | 05-01-2025