jun 30, 2022 | Sociale verzekeringen
Op 2 augustus 2022 treedt de Wet betaald ouderschapsverlof in werking. Deze wet wijzigt de Wet arbeid en zorg, de Wet flexibel werken en enkele andere wetten om te voldoen aan een Europese richtlijn.
Ouders hebben recht op 26 weken ouderschapsverlof in de eerste acht levensjaren van hun kind. Dat verlof is in principe onbetaald, tenzij werkgever en werknemers daar andere afspraken over hebben gemaakt. Door de Wet betaald ouderschapsverlof worden de eerste negen van de 26 weken ouderschapsverlof betaald, mits het verlof wordt opgenomen in het eerste levensjaar van het kind. In het geval van adoptie of pleegzorg bestaat het recht op een uitkering gedurende de eerste negen weken van ouderschapsverlof tot één jaar na opname van het kind in het gezin, mits het kind jonger is dan acht jaar.
Het UWV betaalt in die periode een uitkering ter hoogte van 70% van het dagloon van de ouder, tot een maximum van 70% van het maximum dagloon voor toepassing van de sociale zekerheidswetgeving.
De invoering van betaald ouderschapsverlof volgt op de invoering van extra geboorteverlof. Sinds 1 januari 2019 krijgen partners vijf werkdagen vrij direct na de geboorte van hun kind. Vanaf 1 juli 2020 kunnen zij daarnaast nog vijf weken betaald verlof opnemen in de eerste zes maanden na de geboorte van hun kind.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | wetswijziging | Staatsblad 2021, 592 | 06-12-2021
jun 30, 2022 | Subsidies
De subsidieregeling SLIM (stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector) is op 1 januari 2020 in werking getreden. Ondernemers en samenwerkingsverbanden kunnen subsidie krijgen voor doorlichting van de onderneming voor het opstellen van opleidings- en ontwikkelplannen, loopbaanadviezen voor personeel of het bieden van praktijkleerplaatsen voor een (deel van een) mbo-opleiding. De regeling wordt uitgevoerd door het ministerie van SZW.
Hoogte subsidie
Voor het mkb bedraagt de subsidie maximaal € 25.000 per aanvraag. Voor landbouwbedrijven geldt een maximum van € 20.000. De subsidie bedraagt 60% van de subsidiabele kosten voor middelgrote bedrijven en 80% voor een kleinbedrijf. De subsidiabele kosten moeten ten minste € 5.000 bedragen. Aanvragen is mogelijk van 1 tot en met 30 september 2022.
Voor samenwerkingsverbanden geldt een minimumbedrag aan subsidiabele kosten van € 210.000. De subsidie voor een samenwerkingsverband bedraagt maximaal € 500.000 en maximaal € 200.000 per samenwerkingspartner.
Grootbedrijven in de horeca of recreatie kunnen maximaal € 200.000 subsidie aanvragen. Voor grootbedrijven in de landbouw geldt een maximum van € 20.000 per aanvraag.
Wijzigingen
De minister van SZW heeft de regeling per 1 juni 2022 gewijzigd om een aantal knelpunten daarin op te lossen. Zo was het niet mogelijk om de in een tijdvak niet benutte middelen door te schuiven naar een volgend tijdvak. Dat is nu zodanig gewijzigd dat doorschuiven van middelen binnen het kalenderjaar mogelijk is. Naar verwachting zal daardoor het subsidiebudget beter kunnen worden benut.
In de SLIM-regeling is opgenomen dat samenwerkingsverbanden en grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector subsidie kunnen aanvragen in de maand juni. Het aanvraagtijdvak voor deze doelgroep is met een maand verlengd naar juni en juli. Ook de behandelwijze van aanvragen van deze groep is gewijzigd. Aanvankelijk werd de volgorde van behandeling bepaald door loting. Dat gebeurt nu op volgorde van binnenkomst. Aanvragen kunnen daardoor direct in behandeling worden genomen. De volgorde van behandeling van aanvragen door het mkb blijft bepaald worden door loting.
Door de wijziging van de SLIM-regeling is er nu een grondslag voor de verstrekking van persoonsgegevens, die via de subsidieregeling zijn verkregen, aan de externe partij die het kennis- en ondersteuningsprogramma verzorgt. Dat maakt het mogelijk om de aanvragers op de hoogte te stellen van de ondersteuningsmogelijkheden en van passende informatie te voorzien. Voor de uitwisseling van contactgegevens is een verwerkersovereenkomst opgesteld. Over het beheer en gebruik van de contactgegevens zijn afspraken gemaakt, die passen binnen de kaders van de privacywetgeving.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | nr.2022-0000102668, Staatscourant 2022 nr. 13075 | 17-05-2022
jun 30, 2022 | Toeslagen
De minister van SZW heeft de per 1 juli 2022 geldende bedragen voor de kinderbijslag gepubliceerd. Het basisbedrag van de kinderbijslag wordt twee keer per jaar aangepast aan de ontwikkeling van het algemene prijsniveau. Dit gebeurt per 1 januari en per 1 juli.
Per 1 juli 2022 gelden de volgende bedragen:
Leeftijd kind |
Bedrag per kwartaal |
jonger dan 6 jaar |
€ 249,31 |
6 tot 12 jaar |
€ 302,74 |
12 tot 18 jaar |
€ 356,16 |
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | Staatscourant 2022, Nr. 16361 | 22-06-2022
jun 30, 2022 | Belastingplan
De staatssecretaris van Financiën heeft de Eerste Kamer gevraagd om het wetsvoorstel aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 met de grootst mogelijke spoed in behandeling te nemen. Het wetsvoorstel bevat btw-maatregelen, die vanaf 1 juli 2022 effect moeten hebben op de koopkracht van huishoudens. Daarnaast dient het wetsvoorstel ter codificatie van besluiten op het gebied van brandstofaccijnzen. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel op 21 juni 2022 aangenomen. Mocht een volledige behandeling van het wetsvoorstel voor de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2022 niet haalbaar zijn, dan komt de staatssecretaris met een beleidsbesluit om de btw-maatregel per 1 juli van kracht te laten worden.
Inmiddels is bekend geworden dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel op 28 juni jl. heeft aangenomen. Het wetsvoorstel is als hamerstuk, dat wil zeggen zonder hoofdelijke stemming, afgedaan.
De Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 regelt de tijdelijke toepassing van het lage btw-tarief van 9% op energie met ingang van 1 juli 2022 en een verlaging van de accijns op benzine, diesel en lpg met 21% per 1 april 2022. Daarnaast bevat de wet een uitwerking van maatregelen die het effect van de stijgende energieprijzen voor het Caribisch deel van Nederland moeten matigen.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 2022-0000171851 | 20-06-2022
jun 23, 2022 | Successiewet
De staatssecretaris van Financiën heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van Hof Den Bosch over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet. Deze regeling houdt in dat bij de verkrijging van ondernemingsvermogen door schenking of krachtens erfrecht onder voorwaarden een vrijstelling geldt van schenk- of erfbelasting. Een van de voorwaarden betreft de eis dat de verkregen onderneming wordt voorgezet gedurende vijf jaar.
De procedure heeft betrekking op de verkrijging in 2014 van alle aandelen in een holding door schenking. Een dochtermaatschappij was eigenaar van een benzinestation, dat werd verhuurd aan een kleindochtervennootschap van de holding. In de loop van 2015 werd de exploitatie van het benzinestation verhuurd aan een derde voor een periode van vijf jaar. Na afloop van de huurperiode is het benzineservicestation verkocht aan de exploitant.
Volgens Hof Den Bosch is voldaan aan het voortzettingsvereiste. De bedrijfsopvolgingsregeling sluit voor wat betreft het voortzettingsvereiste bij het stakings- en vervreemdingsbegrip uit de Wet IB 2001 aan. Voor de inkomstenbelasting leidt de verhuur van een aanvankelijk zelf gedreven onderneming niet tot een staking of een overdracht van die onderneming. Het hof zag geen aanleiding om te veronderstellen dat dit voor de bedrijfsopvolgingsregeling anders zou zijn.
De Advocaat-generaal (A-G) bij de Hoge Raad is van mening dat het niet past om voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling aan de verhuur van de onderneming meer bezwarende fiscale consequenties te verbinden dan er zouden zijn binnen de inkomstenbelasting.
De conclusie van de A-G is dat het beroep in cassatie van de staatssecretaris ongegrond dient te worden verklaard.
Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR2022523, 21/03796 | 29-05-2022