Verlenging Borgstelling MKB-kredieten

Verlenging Borgstelling MKB-kredieten

De minister van EZK heeft besloten dat de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) met vier jaar wordt verlengd tot 1 juli 2027. Dat is gebeurd naar aanleiding van een evaluatie van de regeling. Bij de Borgstelling MKB-kredieten staat het ministerie garant voor een deel van de lening. Ondernemers kunnen daardoor gemakkelijker geld lenen. De BMKB is toegankelijk via de kredietverstrekkers. In november 2022 is de regeling uitgebreid met de BMKB-Groen. Deze is bedoeld om ondernemers te helpen met het verduurzamen van hun onderneming. De BMKB-Groen is een gunstige variant van de BMKB. Ook deze regeling wordt met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027.

Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | publicatie | DGBI-O / 26800940 | 16-04-2023
Wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024

Wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024

De staatssecretaris van Financiën heeft het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2024 ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel bevat een aantal wijzigingen waarvan wenselijk is dat ze per 1 januari 2024 in werking treden. Het betreft onder meer de volgende maatregelen.

Aanpassen definitie zonnecelauto

De verlaagde bijtelling voor een elektrische auto met geïntegreerde zonnepanelen geldt voor de gehele catalogusprijs van de auto. Voorwaarde is dat de zonnepanelen een vermogen hebben van ten minste 1 kilowattpiek. Deze wordt vervangen door de voorwaarde dat het vermogen van de zonnepanelen in wattpiek gedeeld door het verbruik in wattuur per kilometer ten minste 7 is.

Afkoop lijfrente bij arbeidsongeschiktheid

Het is sinds 1 januari 2015 onder voorwaarden toegestaan om bij langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente af te kopen zonder een bijtelling van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen en zonder revisierente. Bij overschrijding van de wettelijke afkoopgrens is over de waarde in het economische verkeer van de volledige afkoop revisierente verschuldigd. In een beleidsbesluit is goedgekeurd dat revisierente alleen verschuldigd is over het bedrag waarmee de afkoopgrens wordt overschreden. Deze goedkeuring wordt in de wet vastgelegd.

Aanpassen giftenaftrek en ANBI-regelgeving

Per 1 januari 2021 zijn aanpassingen aangebracht in de giftenaftrek en de regels voor algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s). Dit wetsvoorstel omvat verdere aanpassingen. Voor de giftenaftrek wordt bij giften in natura met een waarde in het economische verkeer van meer dan € 10.000 een taxatierapport verplicht. De goedkeuring voor het voortijdig beëindigen van periodieke giften bij arbeidsongeschiktheid of werkloosheid van de schenker wordt opgenomen in de wet. Voorwaarde voor tussentijdse beëindiging van de periodieke gift is dat de schenker niet of nauwelijks invloed mag hebben op de hiervoor genoemde omstandigheden. De ANBI-voorwaarden voor derde landen worden verduidelijkt.

Bezwaartermijn

Zowel voor de IB als voor de Vpb wordt voorgesteld dat de termijn voor het instellen van bezwaar tegen de afwijzing van een verzoek om herziening van een beschikking belastingrente ten minste zes weken bedraagt. Een verzoek om herziening kan worden gedaan tot zes weken na de dag van dagtekening van de definitieve aanslag waarmee de voorlopige aanslag wordt verrekend.

Woningwaarde startersvrijstelling

De indexatiebepaling voor de woningwaardegrens van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting wordt verduidelijkt.

Aftrekbeperking btw voor de horeca

Vooruitlopend op wetgeving is goedgekeurd dat een ondernemer de btw in aftrek mag brengen die aan hem in rekening is gebracht voor het verstrekken van spijzen en dranken. Voorwaarde is dat de ondernemer deze verstrekking niet afneemt als eindverbruiker, maar de spijzen en dranken tegen vergoeding verstrekt aan een ander. Deze goedkeuring wordt opgenomen in de Wet OB 1968.

Verlaagd btw-tarief voor opfok- en opkweekdiensten

Op grond van een sinds 2005 bestaande goedkeuring kan het lage btw-tarief worden toegepast bij het opfokken van dieren en het opkweken van planten, groenten en dergelijke. Deze goedkeuring wordt opgenomen in de wet.

De overige maatregelen betreffen:

  • de codificatie van een goedkeuring in het beleidsbesluit leefvervoer;
  • de afzonderlijke bankvergunning voor groen beleggen;
  • de codificatie van een goedkeuring voor de toepassing van heffingskortingen voor uitgezonden ambtenaren;
  • de uitsluiting van de aftrek van bronbelasting op dividenden voor buitenlandse Vpb-plichtigen met een aanmerkelijk belang;
  • technische aanpassingen met betrekking tot de dividendbelasting en de bronbelasting;
  • de facturering aan grootverbruikers in het kader van de energiebelasting (EB);
  • redactionele wijzigingen in de Wet op de accijns;
  • het aanpassen van de kring belastingplichtigen voor de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken;
  • de ontvlechting van de Belastingdienst, Douane en Toeslagen;
  • een “kan”-bepaling voor het elektronisch berichtenverkeer;
  • het herstel van een onbedoelde onjuistheid met betrekking tot de belastingrente;
  • het aanpassen van het fiscale verschoningsrecht; en
  • een aanpassing van de gewichtscategorieën in de Wet vrachtwagenheffing.
Bron: Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | 17-04-2023
Pacht vereist persoonlijk gebruik door pachter

Pacht vereist persoonlijk gebruik door pachter

Op de pachter rust de verplichting om het gepachte persoonlijk te gebruiken. Op zich mag de pachter anderen inschakelen bij de exploitatie, maar hij dient wel de dagelijkse leiding te behouden. Wanneer de pachter hierin tekortschiet, is dit een grond voor de verpachter om de pachtovereenkomst te ontbinden. Als de pachter zijn werkzaamheden in het agrarische bedrijf afbouwt en in toenemende mate overlaat aan de opvolger, is het raadzaam om tijdig te verzoeken om indeplaatsstelling of medepacht. Een rechter zal een dergelijk verzoek in ieder geval afwijzen als de voorgestelde pachter onvoldoende waarborgen biedt voor een behoorlijke bedrijfsvoering. De voorgestelde pachter dient voldoende theoretische en praktische scholing te hebben genoten. De vraag of aan dit vereiste is voldaan is mede afhankelijk van het soort agrarisch bedrijf.

Wanneer de pachter een samenwerking aangaat (bijvoorbeeld inbreng in een maatschap of vennootschap), zal de pachter de zeggenschap over de grond contractueel moeten voorbehouden. Daarnaast zal er nog steeds sprake moeten zijn van persoonlijk gebruik van de pachter. Let ook op bij het onderverpachten van grond, bijvoorbeeld in het kader van de vruchtwisseling. Zonder toestemming van de verpachter kan dit voor de verpachter een reden zijn om de pachtovereenkomst op te zeggen, omdat er geen sprake is van persoonlijk gebruik.

Bron: Overig | publicatie | 11-04-2023
Dagloonberekening uitkering aanvullend geboorteverlof

Dagloonberekening uitkering aanvullend geboorteverlof

De Wet arbeid en zorg (Wazo) bepaalt dat een werknemer, die aanvullend geboorteverlof opneemt, recht heeft op een uitkering van 70% van het dagloon. Het aanvullende geboorteverlof bedraagt maximaal vijf weken, gebaseerd op de arbeidsduur per week en moet worden opgenomen in de eerste zes maanden na de geboorte van het kind. Het dagloon wordt gesteld op 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft verdiend. Voor de berekening van het dagloon telt alleen het loon uit de dienstbetrekking waaruit het recht op uitkering is ontstaan mee. De referteperiode is de periode van een jaar, die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin het recht op de uitkering is ontstaan.

De wetgever heeft voor de vaststelling van het dagloon bij het aanvullende geboorteverlof aangesloten bij de systematiek voor het geboorteverlof. De dagloonberekening valt nadelig uit voor een werknemer die in de referteperiode elf maanden parttime en één maand fulltime heeft gewerkt. Het recht op uitkering is ontstaan uit de dienstbetrekking bij deze werkgever. Bij de berekening van het dagloon is terecht geen rekening gehouden met het in de referteperiode genoten loon bij andere werkgevers.

Bron: Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | ECLINLCRVB2023619, 21 3955 WARZO | 28-03-2023
Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies STAP 2023

Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies STAP 2023

De minister van SZW heeft de Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies STAP 2023 ter kennisneming voorgelegd aan de Tweede Kamer. Op basis van deze regeling kan subsidie worden gegeven voor het verstrekken van gratis ontwikkeladviezen aan praktisch opgeleiden. Dat zijn mensen die maximaal op mbo-2-niveau zijn geschoold. De regeling is een voortzetting van de in 2022 geldende en inmiddels vervallen subsidieregeling. De voortzetting geschiedt onder hoofdzakelijk dezelfde voorwaarden en voor overwegend dezelfde activiteiten.

Het ontwikkeladvies STAP hoeft niet gericht te zijn op scholing en kan andere loopbaanstappen omvatten dan het volgen van scholing. Het ontwikkeladvies wordt gegeven door onafhankelijke en professionele loopbaanadviseurs. Het ontwikkeladviestraject moet de deelnemer bewust maken van het belang en de noodzaak van ontwikkeling en inzicht bieden in zijn arbeidsmarktpositie. De loopbaanadviseur, werkgever of opdrachtgever kan per afgerond ontwikkeladviestraject subsidie aanvragen. Het subsidiebedrag per afgerond ontwikkeladviestraject bedraagt € 700 inclusief btw.

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | besluit | 2023-0000080464 | 05-04-2023