nov 12, 2020 | Sociale verzekeringen
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een derde nota van wijziging op het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd. De nota bevat een tweetal wijzigingen. De eerste wijziging betreft de verlaging van de tegemoetkomingen in het kader van de Wet tegemoetkomingen loondomein. Deze verlaging dient ter dekking van de vertraagde verhoging van de AOW-leeftijd als onderdeel van het pensioenakkoord. Het hoge tarief van het lage-inkomensvoordeel (LIV) van maximaal € 2.000 is in verband daarmee met ingang van 2020 gehalveerd. Via deze nota van wijziging wordt het LIV-tarief per 2021 verder verlaagd. Het bedrag per verloond uur van het LIV wordt verlaagd van € 0,51 naar € 0,49. Het huidige maximum van € 1.000 per jaar wordt evenredig verlaagd naar € 960.
De tweede wijziging heeft betrekking op de Wajong. Het betreft een aparte regeling voor de groep in de Wajong 2010 die werkt en vanwege de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging Wajong niet de mogelijkheid heeft om in de voortgezette werkregeling te stromen. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij de behandeling van de Wet vereenvoudiging Wajong toegezegd deze aparte regeling door te voeren via een nota van wijziging op het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2021.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | wetsvoorstel | 2020-0000144383, 35494 | 29-10-2020
okt 22, 2020 | Sociale verzekeringen
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de bedragen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag per 1 januari 2021 vastgesteld. Voor werknemers van 21 jaar en ouder geldt het volledige minimumloon. Voor jongere werknemers geldt een leeftijdsafhankelijk percentage van het volledige minimumloon.
Leeftijd |
Staffelpercentage |
Per maand |
Per week |
Per dag |
21 jaar en ouder |
100% |
€ 1.684,80 |
€ 388,80 |
€ 77,76 |
20 jaar |
80% |
€ 1.347,85 |
€ 311,05 |
€ 62,21 |
19 jaar |
60% |
€ 1.010,90 |
€ 233,30 |
€ 46,66 |
18 jaar |
50% |
€ 842,40 |
€ 194,40 |
€ 38,88 |
17 jaar |
39,5% |
€ 665,50 |
€ 153,60 |
€ 30,72 |
16 jaar |
34,5% |
€ 581,25 |
€ 134,15 |
€ 26,83 |
15 jaar |
30% |
€ 505,45 |
€ 116,65 |
€ 23,33 |
Het bruto minimumuurloon is niet alleen afhankelijk van de leeftijd, maar ook van het aantal gewerkte uren per week. Per 1 januari 2021 gelden de volgende bedragen.
Leeftijd |
36 uur per week |
38 uur per week |
40 uur per week |
21 jaar en ouder |
€ 10,80 |
€ 10,24 |
€ 9,72 |
20 jaar |
€ 8,65 |
€ 8,19 |
€ 7,78 |
19 jaar |
€ 6,49 |
€ 6,14 |
€ 5,84 |
18 jaar |
€ 5,40 |
€ 5,12 |
€ 4,86 |
17 jaar |
€ 4,27 |
€ 4,05 |
€ 3,84 |
16 jaar |
€ 3,73 |
€ 3,54 |
€ 3,36 |
15 jaar |
€ 3,25 |
€ 3,07 |
€ 2,92 |
Bruto minimumloon per uur voor werknemer die de beroepsbegeleidende leerweg volgen, afhankelijk van het reguliere aantal gewerkte uren per week.
Leeftijd |
36 uur per week |
38 uur per week |
40 uur per week |
20 jaar |
€ 6,65 |
€ 6,30 |
€ 5,98 |
19 jaar |
€ 5,67 |
€ 5,38 |
€ 5,11 |
18 jaar |
€ 4,92 |
€ 4,66 |
€ 4,43 |
Bron: Ministerie van Sociale Zaken | besluit | Staatscourant 2020, Nr. 53099, nr. 2020-0000133577 | 14-10-2020
sep 24, 2020 | Sociale verzekeringen
Werkgevers zijn verplicht om aan zieke werknemers minimaal 70% van het loon door te betalen. De verplichte loondoorbetaling geldt gedurende 104 weken, tenzij het contract van de werknemer eerder eindigt. Daarnaast moeten de werkgever en een zieke werknemer zich inspannen om de werknemer terug te laten keren in het arbeidsproces. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in een brief van 20 december 2018 een pakket aan maatregelen voorgesteld om de loondoorbetalingsverplichting makkelijker, duidelijker en goedkoper te maken. In een brief van 19 december 2019 heeft de minister de invoering van een gedifferentieerde premie naar de grootte van de werkgever voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) per 1 januari 2022 aangekondigd.
Het wetsvoorstel ter invoering van de gedifferentieerde premie Aof naar de grootte van de werkgever is nu ingediend bij de Tweede Kamer. Voor kleine werkgever gaat een lagere premie gelden dan voor middelgrote en grote werkgevers. Een kleine werkgever heeft een loonsom tot en met 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar. Door de invoering van de gedifferentieerde premie komt het kabinet kleine werkgevers financieel tegemoet voor de kosten van loondoorbetaling en re-integratie. Kleine werkgevers kunnen de tegemoetkoming gebruiken om bijvoorbeeld de MKB-verzuim-ontzorgverzekering af te sluiten. Deze verzekering dekt het financiële risico van loondoorbetaling bij ziekte af en helpt kleine werkgevers bij de verplichtingen en taken rondom loondoorbetaling bij ziekte.
Ook voor de premievaststelling voor de Werkhervattingskas (Whk) gaat dezelfde definitie van kleine werkgever gelden. Op dit moment ligt voor de Whk de grens tussen een kleine en een middelgrote werkgever nog op 10 maal het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer. Dit geeft de werkgever meer duidelijkheid en vergemakkelijkt de uitvoering. De indeling naar grootte van de werkgever voor een premiejaar wordt gemaakt op basis van het totale premieplichtige loon van de werkgever twee jaar eerder (t-2). Dit sluit aan op de systematiek van de Whk.
Voor zowel kleine werkgevers als (middel)grote werkgevers zal de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid overeenkomstig de huidige systematiek de Aof-premie vaststellen. In het wetsvoorstel is opgenomen dat het verschil tussen de hoge en lage premie maximaal 2 procentpunt mag bedragen.
Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een andere aanpassing te doen in de Wet financiering sociale verzekeringen. Het betreft de toepassing van de systematiek van voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) door private uitvoerders. Met dit wetsvoorstel wil de regering zorgen voor meer evenwicht in de toepassing van VCR tussen het UWV als publieke uitvoerder en diverse private uitvoerders.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken | wetsvoorstel | 14-09-2020