Naheffing parkeerbelasting op basis dagtarief vernietigd

Naheffing parkeerbelasting op basis dagtarief vernietigd

Op grond van de Gemeentewet wordt een naheffingsaanslag parkeerbelasting berekend over een parkeerduur van een uur. Er geldt een uitzondering voor het geval aannemelijk is dat het voertuig langer dan een uur zonder betaling geparkeerd heeft gestaan.

De parkeerverordening van de gemeente Diemen bepaalt dat aan de belastingplicht op aangewezen locaties alleen kan worden voldaan door de aanschaf van een dagkaart. De heffingsambtenaar heeft van iemand, die geen parkeerbelasting had voldaan, het dagtarief nageheven. Ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag was de parkeertijd met minder dan een uur overschreden. Volgens de rechtbank Amsterdam is het opleggen van een naheffingsaanslag op basis van een vast dagtarief, ongeacht de duur van het parkeren, in strijd met de Gemeentewet.

De heffingsambtenaar voerde als subsidiair standpunt aan, dat nageheven zou kunnen worden op basis van de werkelijke parkeerduur. De rechtbank deelde dat standpunt niet. De gemeente heeft de keuze om te bepalen dat forfaitair op basis van een parkeerduur van een uur wordt nageheven of op basis van de werkelijke parkeerduur. Uit de parkeerverordening volgt niet dat de gemeente Diemen de keuze heeft gemaakt na te heffen op basis van de werkelijke parkeerduur.

De rechtbank heeft de naheffingsaanslag vernietigd en de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten.

Bron: Rechtbank Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLRBAMS20222525, AMS 21/4538 | 09-05-2022
Twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting voor zelfde parkeeractie

Twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting voor zelfde parkeeractie

De Gemeentewet bevat een opsomming van belastingen die gemeenten mogen heffen. De parkeerbelasting is een vorm van toegestane belastingheffing. Voor het opleggen van een naheffingsaanslag mogen kosten in rekening worden gebracht. Ten aanzien van hetzelfde voertuig worden per aaneengesloten periode de kosten niet vaker dan eenmaal per kalenderdag in rekening gebracht. De wet kent geen beperking ten aanzien van het aantal dagen waarop een naheffingsaanslag parkeerbelasting inclusief kosten kan worden opgelegd, ook al betreft het een aaneengesloten periode waarin het voertuig stond geparkeerd.

Naar aanleiding van parkeren zonder dat parkeerbelasting was voldaan zijn aan de eigenaar van een auto twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd. De eerste was het gevolg van een parkeercontrole op 19 december 2019 ’s avonds. De tweede was het gevolg van een parkeercontrole op 20 december in de ochtend. In de procedure naar aanleiding van de tweede naheffingsaanslag voerde de belanghebbende aan dat hem slechts een naheffingsaanslag mocht worden opgelegd. Beide naheffingsaanslagen hadden betrekking op hetzelfde feit. De belanghebbende meende dat het opleggen van een naheffingsaanslag een vorm van strafvervolging is. Dubbele bestraffing voor hetzelfde feit is niet toegestaan.

Hof Amsterdam volgt deze opvatting niet. Het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting is geen bestuurs- of strafrechtelijke sanctie, maar naheffing van niet betaalde parkeerbelasting met doorberekening van de aan het opleggen van de naheffingsaanslag verbonden kosten. Er bestaat geen grond voor de opvatting dat het kostenbedrag dient als straf ter afschrikking van herhaling. Van dubbele bestraffing is derhalve geen sprake.

Bron: Gerechtshof Amsterdam | jurisprudentie | ECLINLGHAMS20221039, 21/00562 | 04-04-2022
Geen naheffing parkeerbelasting na overschrijding maximale parkeertijd

Geen naheffing parkeerbelasting na overschrijding maximale parkeertijd

De Gemeentewet bepaalt dat gemeenten parkeerbelasting kunnen heffen. Het college van burgemeester en wethouders kan in de gemeentelijke belastingverordening aangeven op welke plaatsen en tijdstippen parkeerbelasting verschuldigd is.

In een gemeentelijke belastingverordening is aangegeven dat parkeren op een zekere plaats tegen betaling op aangifte is toegestaan voor een maximale parkeerduur van een uur. Aan een parkeerder werd een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd na overschrijding van de maximale parkeerduur. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de naheffingsaanslag terecht opgelegd, omdat de verschuldigde parkeerbelasting niet was betaald. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd. Volgens de Hoge Raad hoefde de belanghebbende na het eerste uur geen parkeerbelasting te betalen, omdat de parkeerduur is beperkt tot een uur. Naheffing van parkeerbelasting voor de periode na het verstrijken van de maximale parkeerduur is niet mogelijk. De mogelijkheid tot naheffing is wettelijk beperkt tot belasting die op aangifte behoort te worden voldaan, maar niet is betaald.

Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR2022346, 21/00853 | 10-03-2022
Heffing reclamebelasting voor klok aan gevel

Heffing reclamebelasting voor klok aan gevel

De Gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid om een reclamebelasting in te stellen. Dat is een belastingheffing ter zake van openbare aankondigingen, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en zich bevinden binnen daatoe aangewezen gebieden.

Aan de buitengevel van de werkplaats van een uurwerkhersteller hing een klok, die vanaf de openbare weg zichtbaar was. De werkplaats was gelegen binnen het in de gemeentelijke belastingverordening aangewezen gebied waar de reclamebelasting van toepassing was. De vraag of de klok was aan te merken als een openbare aankondiging beantwoordde Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigend.

Volgens vaste jurisprudentie wordt onder “openbare aankondiging” verstaan een tot het publiek gerichte mededeling, die erop is gericht de belangstelling van het publiek te trekken voor een dienst, een product of een boodschap. De omstandigheid dat de belanghebbende met de uiting niet het oogmerk heeft om de belangstelling van het publiek te trekken maakt op zichzelf niet dat geen sprake is van een “openbare aankondiging”.

De klok waarover de procedure ging, paste qua vormgeving bij de bouwstijl van de werkplaats. De klok had de zelfde kleur als de kozijnen en de deur van de werkplaats en was dwars op de gevel geplaatst, zodat hij van twee kanten zichtbaar was. Daarmee vormde de klok een tot het publiek gerichte mededeling die erop gericht was de belangstelling van het publiek te trekken voor de diensten van de uurwerkhersteller.

De omstandigheid dat de ramen van de werkplaats aan de straatzijde zijn afgeplakt, zodat vanaf de openbare weg niet zichtbaar is welke activiteiten in het pand plaatsvinden, is geen aanleiding voor een afwijkend oordeel.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL2021888, 18/01015 | 01-02-2021