nov 7, 2024 | Eindejaarsactualiteiten
Verzoek ambtshalve vermindering aanslagen inkomstenbelasting 2019 en 2020
Het ministerie van Financiën heeft een standpunt gepubliceerd over aanvullend rechtsherstel in box 3. Dit standpunt is ingenomen naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 2024. De Hoge Raad heeft in deze arresten aangegeven dat voor het bepalen van het werkelijke rendement het gehele vermogen in box 3 zonder aftrek van het heffingvrije vermogen moet worden meegenomen. Het rendement omvat zowel directe als indirecte voordelen. Indirecte voordelen zijn waardeveranderingen van de vermogensbestanddelen, ongeacht of deze gerealiseerd zijn. Het kabinet volgt deze definitie van het werkelijke rendement.
Formulier opgaaf werkelijk rendement
Alle belastingplichtigen, aan wie na het Kerstarrest van 24 december 2021 een aanslag is of wordt opgelegd, kunnen het formulier opgaaf werkelijk rendement van de Belastingdienst invullen als hun werkelijke rendement lager was dan het forfaitaire rendement. Dit is mogelijk vanaf medio 2025. Voor zover de bezwaartermijn is verstreken wordt het indienen van het formulier gezien als een verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag. Voor aanslagen over het jaar 2019 verstrijkt de vijfjaarstermijn voor een verzoek om ambtshalve vermindering op 31 december van dit jaar. Voor het jaar 2020 verstrijkt de termijn ultimo 2025.
Neem contact met ons op als u vermoedt dat uw werkelijke rendement in een of meer van de jaren 2019 tot en met 2023 lager was dan het forfaitaire rendement.
Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024
nov 7, 2024 | Eindejaarsactualiteiten
Wie een eigen woning heeft, dient inkomstenbelasting te betalen over het zogenaamde eigenwoningforfait. Dit forfait bedraagt 0,35% van de WOZ-waarde van de woning, voor zover deze ligt tussen € 75.000 en € 1.310.000 (2024). Is de WOZ-waarde van de woning hoger, dan bedraagt het eigenwoningforfait € 4.585 plus 2,35% van de WOZ-waarde van de woning boven € 1.310.000. De verhoging van het forfait (2,35% i.p.v. 0,35%) leidt tot hogere belasting, die wordt aangeduid met de term "villatax". Deze belasting vormt mogelijk een ongeoorloofde inbreuk op het eigendomsrecht. Door de snelle stijging van de huizenprijzen worden steeds meer huizenbezitters met de villatax geconfronteerd.
Het kan zinvol zijn bezwaar te maken tegen aanslagen inkomstenbelasting, waarin de villatax is opgenomen, al is het maar ter behoud van rechten.
Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024
nov 7, 2024 | Eindejaarsactualiteiten
Wanneer u geen testament heeft laten opstellen, geldt bij overlijden het wettelijk erfrecht. Dat komt er in beginsel op neer dat de echtgenoot en de kinderen voor gelijke delen erven, waarbij het vruchtgebruik van de kindsdelen naar de echtgenoot gaat. De kinderen krijgen een vordering op de echtgenoot. Voor de echtgenoot geldt een hoge vrijstelling van € 795.156. Deze vrijstelling wordt overigens wel verminderd met de waarde van de aan de echtgenoot toekomende vrijgestelde pensioenaanspraken. De vrijstelling voor de kinderen is beperkt tot € 25.187. De erfbelasting kent een progressief tarief. Het tarief neemt toe met de omvang van de erfrechtelijke verkrijging en met de afstand van de verkrijger tot de erflater.
De wettelijke regeling kan goed uitpakken, maar een testament kan helpen om bij overlijden belasting te besparen. Soms wordt gekozen voor het verschuiven van erfbelasting in plaats van besparen van erfbelasting. Een reden hiervoor kan zijn dat het geld vastzit, bijvoorbeeld in een huis of in beleggingen. Het kan fiscaal gunstig zijn om ook de kleinkinderen te laten erven, bijvoorbeeld door voor hen legaten op te nemen in het testament. Een kleinkind kan van zijn grootouders een bedrag van € 25.187 belastingvrij erven.
Tip! Laat regelmatig controleren of uw testament nog actueel is en past bij uw huidige situatie. Heeft u geen testament, overweeg dan om er een op te laten stellen.
Gebruik de schenkingsvrijstellingen
Door tijdens uw leven (een deel van) uw vermogen vrijgesteld te schenken aan uw kinderen kan de heffing van erfbelasting in de toekomst worden beperkt. Naast een jaarlijkse vrijstelling voor een schenking van ouders aan een kind van € 6.633 bestaat er voor kinderen tussen 18 en 40 jaar een verhoogde vrijstelling van € 31.813. Deze verhoogde vrijstelling is eenmalig. Op de verhoogde vrijstelling moet in de aangifte schenkbelasting een beroep worden gedaan. Schenkingen aan kleinkinderen zijn vrijgesteld tot € 2.658.
N.B. Bedragen gelden voor 2024.
Bron: Overig | publicatie | 04-11-2024
nov 9, 2023 | Eindejaarsactualiteiten
Doe tijdig suppletieaangifte
Ondernemers, die hun btw-aangifte over 2023 willen corrigeren of die een balanspost btw willen aangeven, kunnen berekening van belastingrente voorkomen door dit vóór 1 april 2024 te doen. Voor een suppletieaangifte moet u gebruik maken van een speciaal formulier op de website van de Belastingdienst. Bedragen van minder dan € 1.000 kunnen in de eerstvolgende reguliere aangifte omzetbelasting worden verwerkt.
Afdracht over privégebruik
Bij de aangifte over het laatste tijdvak van 2023 moet u btw afdragen over privégebruik van zaken die tot de onderneming behoren. Voor het privégebruik van de auto kunt u gebruikmaken van een forfaitaire regeling. U draagt bij de aangifte over het laatste tijdvak van het jaar 2,7% van de catalogusprijs van de auto af. In plaats van de forfaitaire regeling kunt u btw afdragen over het werkelijke privégebruik. Dit kan voordeliger zijn.
Voor een auto, die inclusief het jaar van ingebruikname vijf jaar in de onderneming is gebruikt, geldt een forfait van 1,5%. Heeft u bij de aankoop van de auto geen btw in aftrek gebracht, dan mag u voor de berekening van het privégebruik altijd uitgaan van het lagere forfait.
Herziening aftrek voorbelasting
De btw op bedrijfsmiddelen komt in aftrek naar gelang van de mate waarin u de bedrijfsmiddelen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Heeft u de btw op bedrijfsmiddelen in het verleden geheel of gedeeltelijk in aftrek gebracht, dan moet de aftrek worden herzien als de mate van gebruik voor belaste prestaties is veranderd. Voor onroerende zaken is de herzieningstermijn negen jaar, volgend op het jaar waarin u de zaak bent gaan gebruiken. Voor roerende zaken, waarop wordt afgeschreven, bedraagt de herzieningstermijn vier jaar volgend op het jaar van ingebruikname. De herziening verwerkt u in de laatste aangifte van het jaar.
Bron: Overig | publicatie | 06-11-2023
nov 9, 2023 | Eindejaarsactualiteiten
Controleer voor het afsluiten van het boekjaar onderstaande punten:
- Loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemers.
- LKV arbeidsbeperkte werknemers.
- LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden.
- Leningen verstrekt aan personeel.
Heeft u werknemers in dienst die ouder zijn dan 56 jaar of werknemers die (deels) arbeidsongeschikt of werkloos zijn? Dan heeft u mogelijk recht op een loonkostenvoordeel.
Bron: Overig | publicatie | 06-11-2023
nov 9, 2023 | Eindejaarsactualiteiten
Het tarief in box 3 stijgt van 32% in 2023 naar 36% in 2024. De vrijstelling blijft in 2024 € 57.000 per persoon. De belasting wordt berekend over het forfaitaire rendement, dat verschilt per vermogenscategorie.
Belastingschulden
Schulden komen in mindering op het vermogen in box 3. Dat geldt echter niet voor belastingschulden. Alleen erfbelastingschulden kunnen als schuld in box 3 worden opgevoerd. U kunt de belastingheffing in box 3 beperken door uw belastingschulden voor de jaarwisseling te betalen. Als u verwacht dat u belasting moet (bij)betalen, is het raadzaam om de Belastingdienst te vragen om een voorlopige aanslag of om een aangifte in te dienen en de aanslag voor de peildatum te betalen. Heeft u het verzoek uiterlijk acht weken voor het einde van het jaar gedaan, maar heeft de Belastingdienst nog niet of te laat gereageerd op het verzoek, dan mag u het nog niet betaalde bedrag wel als schuld in box 3 aanmerken.
Maak gebruik van de vrijstellingen
Er bestaan diverse vrijstellingen in box 3, bijvoorbeeld voor voorwerpen van kunst en wetenschap en voor groene beleggingen. Het kan aantrekkelijk zijn om belast vermogen (tijdelijk) om te zetten in vrijgesteld vermogen.
Groene beleggingen
Belegt u groen, dan bespaart u niet alleen belasting in box 3, maar profiteert u ook van een extra heffingskorting in box 1 van 0,7% van de waarde van de vrijgestelde beleggingen. Er geldt een vrijstelling van maximaal € 65.072 per persoon (€ 130.144 voor fiscale partners). In 2024 gaat de vrijstelling naar € 71.326 per persoon. Naar verwachting daalt deze vrijstelling in 2025 naar € 30.000 per persoon.
Beleggen met geleend geld
Beleggingen, die met geleend geld zijn gefinancierd, worden belastingtechnisch ongunstig behandeld in box 3. Voor bezittingen anders dan banktegoeden geldt in 2023 een forfaitair rendement van 6,17%. Voor schulden geldt een forfaitair rendement van 2,46%. Bij 100%-financiering van een bezitting bedraagt de waarde per saldo nihil, maar moet u een rendement aangeven van 3,71% over de waarde van de bezitting. Dit geldt uiteraard alleen indien het vermogen in box 3 meer bedraagt dan de geldende vrijstelling.
Let op! Voor schulden geldt een veel lager forfaitair rendement (2,46%) dan voor overige bezittingen in box 3 (6,17%). Het percentage voor schulden is wel hoger dan voor banktegoeden (0,01%). Houd daar rekening mee bij de spreiding van uw vermogen.
Bron: Overig | publicatie | 06-11-2023