Minister van Financiën komt met wettelijke regeling voor contant geld

Minister van Financiën komt met wettelijke regeling voor contant geld

De minister van Financiën schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat wettelijk ingrijpen nodig is om te zorgen dat contant geld bruikbaar en beschikbaar blijft. Het betalingsverkeer is de afgelopen jaren steeds verder gedigitaliseerd. Banken hebben hun dienstverlening ten aanzien van contant geld beperkt. Contant geld is van groot belang voor een goede werking van het betalingsverkeer. Verder is contant geld de enige vorm van publiek geld.

Banken en consumentenorganisaties hebben afspraken over contant geld vastgelegd in het Convenant Contant Geld. Dit convenant loopt in principe tot 2027. In juli 2023 is er een evaluatiemoment, waarop partijen kunnen besluiten om het convenant al dan niet voort te zetten. Op de langere termijn zijn vrijwillige afspraken onvoldoende. De minister wil daarom een wettelijk kader opstellen om een goede infrastructuur voor contant geld te waarborgen. Dit kader verplicht banken om te zorgen voor een goede en betaalbare chartale dienstverlening. Nog dit jaar zal de minister een ontwerp wetsvoorstel ter consultatie publiceren.

Het ministerie heeft met De Nederlandsche Bank onderzoek gedaan naar de toekomstige inrichting van de chartale keten. Het onderzoeksrapport is aan de Tweede Kamer aangeboden. In het rapport zijn meerdere opties uitgewerkt.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2023-0000086274 | 30-05-2023
Internetconsultatie fiscale regelingen

Internetconsultatie fiscale regelingen

De staatssecretaris van Financiën heeft een internetconsultatie geopend over fiscale regelingen. Het kabinet heeft het voornemen om voorstellen te doen om fiscale regelingen te verbeteren of af te schaffen om het belastingstelsel eenvoudiger te maken. Er wordt gekeken of bestaande fiscale regelingen maatschappelijk en economisch te verantwoorden zijn en of een regeling op een efficiënte manier bijdraagt aan het beoogde doel. Belangstellenden kunnen inbreng leveren door de vragenlijst in te vullen. Dat kan tot en met 9 april 2023. 

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 22-02-2023
UBO-register wordt minder toegankelijk door uitspraak Hof van Justitie EU

UBO-register wordt minder toegankelijk door uitspraak Hof van Justitie EU

De vierde Europese anti-witwasrichtlijn schrijft voor dat de lidstaten van de EU gegevens van de uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van vennootschappen in een register moeten opslaan. De gegevens in dat register moeten toegankelijk zijn voor:

  1. de bevoegde autoriteiten en Financial Intelligence Units (FIUs);
  2. meldingsplichtige instellingen voor het verplichte cliëntenonderzoek;
  3. personen en organisaties, die een legitiem belang kunnen aantonen.

In de vijfde anti-witwasrichtlijn is de laatste bepaling verruimd tot iedereen. Het Hof van Justitie EU heeft onlangs in een zaak over het Luxemburgse UBO-register geoordeeld dat die verruiming te ver gaat.

De minister van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer uiteengezet wat de gevolgen zijn van deze uitspraak voor het Nederlandse UBO-register. De Handelsregisterwet 2007 zal worden aangepast. Daarin is nu bepaald dat iedereen de volgende informatie van een UBO kan inzien: naam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonstaat en de aard en omvang van het gehouden belang.

De aangekondigde aanpassing houdt in dat de toegang tot gegevens beperkt wordt zoals hiervoor beschreven, dus tot personen en organisaties, die een legitiem belang kunnen aantonen. De tijdelijk stopgezette informatieverstrekking aan bevoegde autoriteiten en de FIU en meldingsplichtige instellingen wordt zo snel als mogelijk hersteld.

Onderzocht wordt op welke wijze personen en organisaties, die een legitiem belang kunnen aantonen, toegang tot UBO-informatie krijgen en hoe deze groep geïdentificeerd kan worden. Er wordt gedacht aan een lijst met objectieve indicatoren, aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of sprake is van een legitiem belang.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000328199 | 19-01-2023
Kamervragen over registratie van hypotheekgegevens

Kamervragen over registratie van hypotheekgegevens

De minister van Financiën heeft Kamervragen beantwoord over de registratie van hypotheekgegevens door het Bureau Kredietregistratie (BKR). Op dit moment registreert het BKR hypotheken pas bij betalingsachterstanden van drie maanden of meer. Het BKR wil dat registratie bij het aangaan van woninghypotheken voor specifieke doelgroepen verplicht wordt. Het gaat dan om startersleningen, maatwerkleningen en energiebespaarhypotheken. Het BKR is een privaatrechtelijke stichting en geen onderdeel van de overheid. Het ministerie van Financiën heeft een wetsvoorstel in voorbereiding over kredietregistratie. Dat wetsvoorstel omvat meer publieke waarborgen voor gegevensverwerking bij kredietregistratie en regelt welke overeenkomsten worden geregistreerd. Kredietregistratie wordt een wettelijke taak met overeenkomstige bevoegdheden voor de minister van Financiën. Dit wetsvoorstel zal begin 2023 ter consultatie worden gelegd.

De minister ziet op dit moment geen reden om hypotheken voor de eigen woning altijd te registreren.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2023-0000004992 | 16-01-2023
KvK verstrekt voorlopig geen informatie uit UBO-register

KvK verstrekt voorlopig geen informatie uit UBO-register

Naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie EU heeft de minister van Financiën de Kamer van Koophandel (KvK) gevraagd tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het UBO-register te verzorgen.

Volgens het Hof van Justitie EU rechtvaardigt de Europese anti-witwasrichtlijn een ernstige inmenging in de eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens. Toegang van het publiek tot informatie over UBO’s kan bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstelling van de anti-witwasrichtlijn. De bepaling in die richtlijn, op grond waarvan iedereen toegang moet krijgen tot UBO-informatie, gaat echter te ver en is volgens het Hof van Justitie EU ongeldig.

De minister treedt in overleg met de Europese Commissie om te bezien welke informatieverstrekkingen uit het UBO-register nog mogelijk zijn. De uitspraak van het Hof van Justitie EU heeft geen gevolgen voor de verplichting om UBO’s te registreren.

Bron: Ministerie van Financiën | publicatie | 2022-0000285345; ECLI:EU:C:2022:912 | 21-11-2022
UBO-register voor trusts

UBO-register voor trusts

Met ingang van 1 november 2022 moeten beheerders van trusts, fondsen voor gemene rekening en dergelijke hun uiteindelijk belanghebbenden (UBO's) registreren in het UBO-register trusts.

Een trust is een juridische constructie, die in het leven wordt geroepen door de oprichter of settlor, waarbij goederen worden toevertrouwd aan een beheerder, de trustee, ten behoeve van één of meerdere begunstigden. Alleen de trustee van een trust, of degene die in een soortgelijke juridische constructie een vergelijkbare positie heeft als een trustee in een trust, kan de registratie van UBO's verrichten. De trustee is zelf ook een UBO van de trust. Bestaande trusts dienen hun UBO’s uiterlijk 1 februari 2023 te hebben geregistreerd. Het UBO-register trusts wordt beheerd door de Kamer van Koophandel.

Bron: Overig | publicatie | 31-10-2022