jan 18, 2024 | Inkomstenbelasting
In het Kerstarrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de belastingheffing in box 3 in strijd is met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Naar aanleiding van dit arrest is de vraag of een belastingplichtige aanspraak kan maken op een rentevergoeding over de belastingteruggaaf. De Nederlandse wet voorziet daarin niet.
Hof Arnhem-Leeuwarden heeft die vraag bevestigend beantwoord. De belastingplichtige in die procedure heeft naar aanleiding van het Kerstarrest de volledige belasting in box 3 over de jaren 2017 en 2018 teruggekregen. Het hof heeft aan de belastingplichtige een rentevergoeding toegekend volgens de regeling van de belastingrente. De toekenning van de rentevergoeding heeft het hof gebaseerd op een bepaling uit het EVRM en een arrest van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
De staatssecretaris van Financiën heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het hof. De Advocaat-generaal bij de Hoge Raad (AG) concludeert dat de rentevergoeding niet kan zijn gebaseerd op het door het hof genoemde artikel van het EVRM. Dat artikel is alleen van toepassing in procedures voor het EHRM.
De AG is van mening dat op grond van een ander artikel van het EVRM een vergoeding van schade niet zonder meer mag worden uitgesloten. Volgens de AG dient de belastingrechter de fiscale renteregelingen buiten toepassing te laten en de wettelijke rente over de teruggaaf te vergoeden. De AG merkt op dat het belastingrentepercentage mede gebaseerd is op budgettaire motieven en dus ook op andere overwegingen dan alleen de vergoeding van waardeverlies van geld door tijdsverloop.
De conclusie van de AG is dat de Hoge Raad de zaak kan afdoen door een vergoeding toe te kennen op basis van de wettelijke rente.
Bron: Hoge Raad | Conclusie AG | ECLINLPHR20231191, 23/00771 | 21-12-2023
jan 18, 2024 | Internationaal
De bewijslast om aannemelijk te maken dat hij recht heeft op voorkoming van dubbele belasting rust op de belastingplichtige.
In een procedure voor Hof Den Bosch verstrekte een belastingplichtige een overzicht van projecten in het buitenland waaraan hij heeft gewerkt. Het overzicht omvatte de begin- en einddata van de projecten, maar vermeldde niets over de feitelijke aanwezigheid van de belastingplichtige in de diverse landen ten behoeve van die projecten. Het hof kon daarom niet vaststellen of de belastingplichtige heeft voldaan aan de voorwaarden voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting op grond van de van toepassing zijnde belastingverdragen.
Voor zover er geen belastingverdrag met een bepaald land is gesloten, dient voor een eventuele vermindering op grond van het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting te worden voldaan aan de onderworpenheidseis. Ook daarover heeft de belastingplichtige geen gegevens verstrekt.
Het hof is van oordeel dat de belastingplichtige geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting heeft ter zake van het loon dat hij heeft genoten uit zijn dienstbetrekking bij een op Cyprus gevestigde werkgever.
Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch | jurisprudentie | ECLINLGHSHE20232854, 21/01116 en 21/01117 | 05-09-2023
jan 11, 2024 | Vennootschapsbelasting
De deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting is mede van toepassing op kosten ter zake van de vervreemding van een deelneming. Dergelijke kosten blijven bij het bepalen van de winst buiten aanmerking. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt, dat er een rechtstreeks oorzakelijk verband moet bestaan tussen de kosten en de verkoop van de deelneming. Dat is het geval als het gaat om kosten, die worden opgeroepen door de vervreemding van de deelneming.
Het vereiste rechtstreekse oorzakelijke verband ontbreekt bij kosten, die niet zouden zijn gemaakt als de vervreemding niet had plaatsgevonden, maar die niet hebben bijgedragen aan de totstandkoming van die vervreemding. Dergelijke uitgaven zijn niet nuttig of nodig om tot die vervreemding te komen.
Afscheidsbonussen, die bij de verkoop van een drietal deelnemingen zijn toegekend aan het personeel, zijn geen kosten die zijn opgeroepen door de vervreemding van de deelnemingen. De afscheidsbonussen zijn niet uitgekeerd om tot vervreemding van de deelnemingen te komen. Het oordeel van de rechtbank, dat deze uitgaven niet aftrekbaar zijn, geeft volgens de Hoge Raad blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20231793, 22/02219 | 11-01-2024
jan 11, 2024 | Successiewet
Een legaat in een testament is geen schenking, maar een verkrijging krachtens erfrecht. Dat is de uitkomst van een procedure voor de Hoge Raad. Het legaat had betrekking op een bedrag van € 50.000, dat door de erflater is toegekend aan iemand die jarenlang onbezoldigd huishoudelijk werk voor hem heeft verricht. Eerder in de procedure stelde het hof vast dat het vorderingsrecht is ontstaan met het overlijden van de erflater. De belanghebbende kon tijdens het leven van de erflater geen aanspraak maken op het legaat. De door de belanghebbende geclaimde vrijstelling van schenkbelasting voor een schenking ter voldoening aan een natuurlijke verbintenis is daarop niet van toepassing. Het legaat is een verkrijging krachtens erfrecht, die als zodanig dient te worden belast met erfbelasting.
De Hoge Raad merkt op dat een verkrijging krachtens erfrecht, die berust op de voldoening aan een natuurlijke verbintenis, geen schenking is. Het is de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever geweest om de vrijstelling van schenkbelasting voor verkrijgingen ter voldoening aan een natuurlijke verbintenis niet te laten gelden voor de erfbelasting.
Bron: Hoge Raad | jurisprudentie | ECLINLHR20231789, 22/04790 | 21-12-2023
jan 11, 2024 | Subsidies
De minister van EZK heeft de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 gewijzigd.
De subsidiemodules TKI MKB-versterking, MKB innovatiestimulering topsectoren, Innovatiekredieten, Seed capital technostarters, Vroegefasefinanciering en Thematische Technology Transfer van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies zijn verlengd. De subsidiemodules TKI MKB-versterking en MKB innovatiestimulering topsectoren zouden per 1 januari 2024 vervallen, maar zijn met één jaar verlengd tot 1 januari 2025. De subsidiemodules Innovatiekredieten, Seed capital technostarters en Vroegefasefinanciering zouden per 1 juli 2024 vervallen. Deze modules zijn met een half jaar verlengd tot 1 januari 2025.
De wijziging van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2024 betreft de openstelling van de subsidiemodules Innovatiekredieten en Vroegefasefinanciering van 1 januari tot en met 1 december 2024.
Bron: Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | besluit | nr. WJZ/ 38400554, Staatscourant 2023, Nr. 35780 | 26-12-2023